Categorie archief: Tussen sloop en nieuwbouw

De Taptoe

Het wordt een drukke dag voor het op een steenworp afstand gelegen winkelcentrum.

De sinds een aantal jaren georganiseerde Taptoe, vindt vandaag weer plaats op het grote plein, waar ook een keer per week de markt wordt gehouden.

Vanmorgen in alle vroegte gewekt door het zware geluid van passerende vrachtwagens, die begeleid door kreten als: “Nee, niet zo!! en “Ja, dat moet daar!!” of “Let nou eens op!!” werden uitgeladen.

De opbouw van het podium en het plaatsen van zo’n 200 stoeltjes was begonnen.

De hele dag marcheren er diverse muziekkorpsen van links naar rechts en andersom en
ook op het podium wordt door diverse korpsen het beste beentje voorgezet.

Een kakofonie geproduceerd door fluitisten, trommelaars, trompetters en wat er nog meer aan muzikanten deelneemt , komt van alle kanten door de geopende – het is immers nog steeds mooi weer, helaas zou ik zeggen vandaag – ramen naar binnen.

Van de vorige keer herinner ik me dat s’avonds om twaalf uur de rust weer enigszins was weergekeerd. Alle kijkers, luisteraars, toezicht houdende agenten om de orde te handhaven en het rondwandelende publiek voor al te enthousiaste zakkenrollers in spxc3xa9 te waarschuwen zijn dan weer huiswaarts gekeerd.

Gelukkig morgen geen koopzondag.

update: 15.00 uur

Net even met Kaya gaan kijken, kon er niet onderuit, mijn hond houdt erg van veel mensen bij elkaar en onbegrijpelijk ook van harde muziek. Vooral in de maat meelopen valt in de smaak gelet op haar kwispelende staart.

We kwamen drie podia tegen en hoorden door elkaar heen vertolkingen van :
Nu zijt wellekomen… (weet niet of spelling klopt) en ja dit is een kerstlied tot
I can’t get no satisfaction van de Rolling Stones.

Tegelijkertijd gaf een drumband nog een staaltje van oorverdovend tromgeroffel ten beste.

Ik hield het minder lang vol dan Kaya, die er geen genoeg van leek te krijgen.
En ik moet nog een keer want ik moet nog naar de supermarkt. Werd door mijn log ( werkt nu al verslavend) te veel in beslag genomen.

update: 15.30uur

De weergoden doen ook mee:
Een onheilspellend donkere lucht, felle bliksemschichten en enorme donderklappen.
Nog even en het geroffel van de nu elk moment los barstende tropische regenbui zal zich bij de geluiden voegen.

De zeeman.

Bij de lift staat een stoffig geworden scootmobiel.
De bestuurder ervan was een zeer forse en van een behoorlijke buik voorziene man, waardoor het hem altijd enige moeite kostte achter het stuur op het nogal klein uitgevallen stoeltje plaats te nemen. Immer gekleed in een donkerblauwe wat morsig uitziende sweater en met bijpassende kapiteinspet op zijn met een wilde grijze baard en dito haardos uitgeruste markante kop.
Als hij met de lift naar buiten was gegaan voor zijn dagelijkse rit, met een fles met onbestemde inhoud in het mandje voorop, bleef er nog lang de geur van sigaren en alcohol hangen.
Ik noemde hem wat natuurlijk niet vreemd was gelet op zijn uiterlijk: De zeeman.
Trof ik hem aan in het halletje en Kaya was bij me, dan zei hij tegen haar: “Ha, Tarzan ben je daar weer”. Waarop Kaya kwispelend naast hem ging zitten en hem, hem met haar grote bruine ogen aankijkend en hoorbaar met haar neus sneuvend, een poot gaf.
Op een gegeven moment nu zo’n vier maanden geleden bleef de scootmobiel ongebruikt in het halletje staan. De zeeman was opgenomen in het ziekenhuis met ernstige verschijnselen van alcoholvergiftiging.
Zes weken later overleed hij.
Na zijn begravenis werd de flat leeggehaald en binnen drie weken alweer door een nieuwe bewoner betrokken.
De scootmobiel staat er nog steeds ondanks het feit dat meerdere mensen in het gebouw al geruime tijd geleden een aanvraag hebben gedaan voor een dergelijk vervoermiddel en steeds te horen krijgen dat er een wachtlijst is.
Ik heb het telefoonnummer van de zorginstelling zoals vermeld op het stickertje op de achterkant van de scootmobiel gebeld. Men wist dat de meneer was overleden, men was door de daarvoor verantwoordelijke gemeentedienst ingelicht. Op 12 juli had hij moeten worden opgehaald, zo zei men, maar men had het flatgebouw niet kunnen betreden, omdat er op het betreffende adres niet werd opengedaan en ook de telefoon was afgesloten.
Nee, niet zo vreemd natuurlijk als de bewoner al enige tijd geleden is overleden en de huur is opgezegd.
Ik gaf mijn huis- en telefoonnummer op, zodat men mij kon bereiken als ze weer voor de deur zouden staan.
Tot op heden is dat niet gebeurd en elke keer als ik met de lift naar boven kom of naar beneden ga en de scootmobiel in het halletje zie staan denk ik even aan de zeeman en hoor ik in gedachten zijn bulderende stem: “Ha, Tarzan”.